.....
Vak
Wiskunde
121Documenten
Studenten deelden 121 documenten in dit vak
Niveau • JaarVWO • 2
School
Liseo Boneriano - Amsterdam
Studiejaar: 2023/2024
Boeken in lijstModerne WiskundeWetenschapsfilosofie voor GeesteswetenschappenGetal en ruimte500 woorden die iedereen moet kennenBarn matematiserar och lär sig matematik
Geüpload door:
0volgers
8Uploads0upvotes
Aanbevolen voor jou
- 1Alle vierkantsgetallen/kwadraten tot 25/500WiskundeOefenmateriaal100% (19)
- 4Wiskunde proefwerk lerenWiskundeOefenmateriaal100% (1)
- 3Antwoorden Oefentoets H 7 2 VwoWiskundeOefenmateriaal100% (1)
- 1Table functie op Texas rekenmachine kwadraten en wortels grafieken---WiskundeOpdrachten100% (19)
- 1282H Antwoorden D2 havo vwoWiskundeOpdrachten100% (10)
Reacties
inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.
Preview tekst
Uitwerkingen hoofdstuk 1
1 Onderzoeken en ontdekken
Start - Get the picture
Op de foto's staat:1 Haaienvin2 Hersenen3 Neus van een hond4 Nerven van een blad5 Objectief van een microscoop6 Het klokhuis van een appel7 Wortels van een boom8 Zonnebloem9 Oog10 Röntgenfoto van een ribbenkast11 Pissebed12 Onderkant van een voet van een mens13 Oor van een mens14 Doorsnede van een boomstam15 Spierbal van een mens
Uitwerkingen hoofdstuk 1
1 Ontdek je binnenste
1 Antwoord A, je hart en je longen.
2 a + b
3
4 a Eigen antwoord, bijvoorbeeld alvleesklier, milt en nieren.b De alvleesklier zorgt voor een goede bloedsuikerspiegel en spijsvertering.De milt zorgt voor een goede afweer tegen bacteriën.Nieren zorgen onder andere voor het verwijderen van afvalstoffen uit je bloed.
Uitwerkingen hoofdstuk 1
*12 Het bloed transporteert de afvalstof koolstofdioxide van je spieren naar jelongen.De nieren halen de andere afvalstoffen uit het bloed.Daarbij ontstaat urine.
13 a cel
b orgaanstelselc spiercel – spierweefsel – kuitspier – spierstelsel – mensd hartcel – hartweefsel – hart – bloedvatenstelsel – mens
14 a Antwoord D, luchtpijp.b
c De hersencellen zijn onregelmatig van vorm, met lange uitlopers. De cellen van deluchtpijp zijn regelmatiger van vorm en hebben geen uitlopers.De cellen van de luchtpijp hebben trilhaartjes en de hersencellen niet.De cellen van de luchtpijp liggen tegen elkaar aan gerangschikt, terwijl de cellen vande hersenen door elkaar heen liggen.
15 a In bron 9 zijn 17 verschillende organen getekend, namelijk de hersenen, deogen, de neus, de mond, de oren, de luchtpijp, de longen, de dunne darm, de dikkedarm, de eierstokken, de eileider, de penis, de zaadballen, een spier, een bot ende huid.b In bron 9 zijn 6 verschillende typen weefsels getekend, namelijk: botweefsel,hersenweefsel, spierweefsel, longweefsel, luchtpijpweefsel en darmweefsel.c Je ziet twee verschillende soorten cellen, trilhaarcellen en slijmcellen.d Nee, want het luchtpijpweefsel bijvoorbeeld bestaat uit meerdere soorten cellen.
Uitwerkingen hoofdstuk 1
16 a
b hartslag
17 a Tussen je longen ligt je hart.b Je maag ligt links in je buik.c Je linkerlong is kleiner dan je rechterlong.d Je dunne darm is langer dan je dikke darm.
18 a Organen van het bloedvatenstelsel die beschreven worden zijn het hart, dehaarvaten, de aorta en de holle aders.b Een rode bloedcel heeft geen celkern.
Uitwerkingen hoofdstuk 1
8 a Bron 4 is een natuurgetrouwe tekening.
b Bron 5 is een schematische tekening.c In bron 8 zie je natuurgetrouwe tekeningen.d Je maakt een natuurgetrouwe tekening.e Je maakt dan een natuurgetrouwe tekening.f Je kunt dan het beste een schematische tekening maken.
9 a + b Eigen tekeningc Eigen antwoord
10 10 × 20 = 200 keer vergroot
11 a + b
12 a Tekening C.b
13 a Als dieren dezelfde kenmerken hebben, horen ze bij dezelfde groep. goed
b Een parkiet hoort bij de ongewervelde dieren. fout
c Een kenmerk van zoogdieren is dat ze haren hebben. goed
d Spinnen hebben geen wervelkolom. goed
e Reptielen en amfibieën vormen één groep van de gewervelde dieren. fout
f Geleedpotigen hebben een skelet. goed
Uitwerkingen hoofdstuk 1
14 a 1 Ze hebben alle 3 een lang, dun lijf.2 Ze hebben alle 3 geen haar.b
slang paling regenworm
wel of geen skelet? wel wel geen
leefgebied: land ofwater?
land water land
c slang: gewerveld. De slang hoort bij de groep reptielen.
paling: gewerveld. De paling hoort bij de groep vissen.
regenworm: ongewerveld. De regenworm hoort bij de groep wormen.
- d Eigen antwoord
15 Nee, er zitten geen 'sigaren' aan het eind van de stengel.Nee, de stengel van de plant is niet driehoekig.Nee, er zitten geen stekelige bolletjes aan het uiteinde van de plant.Ja, de plant bestaat vooral uit sprieten.De plant heet: mattenbies
16 Foto 1: 1b; 2b ; 3b ; 4a naam: groot koolwitjeFoto 2: 1b ; 2a naam: oranjetipje mannetje
*17 Dit zijn bladeren van: de wilde lijsterbes.
18 a Eigen antwoordb 1 de lengte2 het aantal poten3 het aantal stekels4 of de stekels kunnen bewegenc Eigen antwoord
Uitwerkingen hoofdstuk 1
Practicum 1 Letters onder de microscoop
ConclusieEigen antwoord, bijvoorbeeld de randen van de letter zijn rafelig door de microscoop,je kunt ook de structuur van het papier erdoor heen zien, dit hangt af van de kwaliteitvan het krantenpapier.
Practicum 2 Een kijkje door de microscoop
Conclusie Door de microscoop zie ik de vorm van een haar beter dan met het blote oog.
Practicum 3 Een boom ontdekken
ConclusieEigen antwoord
Uitwerkingen hoofdstuk 1
1 Onderzoek doen
1 Antwoord C, ze kiezen een paar plekken en gaan daar een paar keer per jaarkijken.
2 Eigen antwoord
3
4 Antwoord C, waardoor is het aantal wilde zwijnen afgenomen tussen 2005 en2015?
5 Antwoord B, groeien de mossen steeds aan dezelfde kant van de stam?
*6 a Leven de meeste halsbandparkieten in de stad of op het platteland?b Eigen antwoord, bijvoorbeeld:Hoeveel halsbandparkieten leven er in Nederland?Wat voor voedsel eten halsbandparkieten in het wild?Hoe oud worden halsbandparkieten?
7 a 1 werkwijze2 lijst met benodigdheden3 tijdsplanningb Verschillende merken kattenvoer kopen. Vier weken lang elke ochtend vier bakjes kattenvoer neerzetten. De kat voor en na het eten wegen. De manier van eten van de kat beschrijven.
8 a Een klein stukje van een weiland waarbinnen je bekijkt welkeplanten er groeien. proefvlakb De manier waarop je de materialen neerzet om de proef tekunnen doen. proefopstellingc Je wilt weten hoe groot bonen zijn en neemt daarvoor honderdbonen uit een grote zak. steekproef
Uitwerkingen hoofdstuk 1
14 a
b Het aantal zandhagedissen is afgenomen.c Dit kan je zien doordat de lijn van de lijndiagram naar beneden gaat.
15 a Eigen antwoord. De meeste mensen vinden manier 3 het duidelijkst, omdat je ineen staafdiagram in een oogopslag de verschillen tussen de soorten kattenvoer ziet.b De kat koos 31 keer voor het merk Felicia en 20 keer voor het merk Wizzkitten.In 70 % van het totaal aantal keren had de kat een voorkeur voor kip, in 30 % van hettotaal aantal keren had de kat een voorkeur voor vis.
Uitwerkingen hoofdstuk 1
16 a
b
c van de mier
soort aantal individuen percentagepissebed 12 21duizendpoot 8 14mier 20 34loopkever 10 17miljoenpoot 8 14totaal 58 100
Uitwerkingen hoofdstuk 1
24 Het onderzoek duurt 30 jaar.
25 a 1, 6b 2, 5c 3, 4
26 a Antwoord B, hebben jongeren die roken meer last van astma dan jongeren dieniet roken?b Antwoord C: cirkeldiagram.Uitleg: In een cirkeldiagram zie je direct hoeveel jongeren per groep last van astmahebben.
27 a Eigen antwoordb Hoe meer mensen meedoen, hoe meer waarde de gegevens van het onderzoekhebben.
Uitwerkingen hoofdstuk 1
Practicum 1 Onderzoek naar pissebedden
- HypotheseHypothese: Eigen antwoordUitleg: Eigen antwoord
Resultaat1 Eigen antwoord2 Eigen antwoord
Conclusie3 a Pissebedden zitten liever op een natte plek.
- b Eigen antwoord
Practicum 2 Veranderingen van een meelworm
OnderzoeksvraagHoe lang duurt het voordat een meelworm verandert in een pop en een pop in eenmeeltor?
ConclusieEigen antwoord
Uitwerkingen hoofdstuk 1
8 a
b Het is voor de werkgroep belangrijk om te weten waar de nesten zijn, zodat ze eenstok bij het nest kunnen zetten. Dit voorkomt dat de boeren eroverheen rijden. Ook ishet belangrijk om dit te weten, zodat ze de jonge vogels kunnen meten en wegen.c Eigen antwoord. Voorbeelden van onderzoeksvragen die beantwoord kunnenworden met het behulp van de radiozenders, zijn:
- Hoe groot is het leefgebied van de grauwe kiekendief gemiddeld?
- Hoe hoog vliegt de grauwe kiekendief?
- Hoe ver kan een grauwe kiekendief vliegen op een dag?
- Hoe lang blijft een grauwe kiekendief gemiddeld op dezelfde plaats?
9 a Aantallen geef je weer met een staafdiagram.b
Uitwerkingen hoofdstuk 1
c De gezenderde grauwe kiekendieven vangen het vaakst een prooi op akkers metluzerne, daarna op akkers met graan, vervolgens op grasland, en ze vangen hetminst vaak een prooi op braakliggende akkers.
- d Ja, want je kijkt naar een kleine groep vogels, niet alle grauwe kiekendievenzijn gezenderd.
10 a De gegevens zijn verkregen door kiekendieven te vangen en van eensattelietzender te voorzien.b In totaal zijn er 24 vogels gevolgd.c Land Nederland/Duitsland Denemarken Polen Wit-Rusland Aantal vogels 14 4 3 3
d Vogels uit Nederland overwinteren vooral in west Afrika; in Mali en Mauritanië.Vogels uit Denemarken overwinteren deels in west Afrika, en deels in de buurt vanNiger. Vogels uit Rusland overwinteren vooral in Tsjaad.
*11 a Het gaat om de voorjaarstrek, want het vindt plaats in de eerste zesmaanden van het jaar en de vogels komen naar Nederland om te broeden.b De onderzoekers kunnen zo bijvoorbeeld te weten komen waar de vogels rusten,hoe lang de vogels rusten, of vogels die uit verschillende gebieden afkomstig zijn,ook andere gebieden kiezen om te overwinteren, hoe lang de vogels er over doenom naar Afrika te vliegen, op welke plaats de meeste vogels overlijden, etc.c De kiekendief moet hierna een grote oversteek maken naar Frankrijk. Mogelijkmaakt hij in Algerije een tussenstop om te rusten en voedsel te zoeken, zodat hijvoldoende energie heeft voor de oversteek.